Samenkomen in de kerk tijdens corona Samenkomen in de kerk tijdens corona
Samenkomen in de kerk in een tijd van corona?

Bij alles wat er op dit moment speelt rond de coronamaatregelen, blijken er kerken over te gaan op digitale bijeenkomsten. Zonder de ernst van de ziekte zelf te willen ontkennen, wil ik graag de volgende vraag kerk breed en land breed neerleggen voor een ieder die op welke wijze dan ook betrokken is bij de eredienst. Hetzij als ambtsdrager of als bezoekers van de kerkdiensten.

Mijn vraag luidt: Wat doen we met het gebed van Salomo in 2 Kronieken 6 vers 12 tot 42 en met het gebed van Josafat in 2 Kronieken 20 vers 7 tot en met 9? In het eerstgenoemde gedeelte komt aan de orde dat men in de tempel als het huis van God samenkomt in tijden van honger, oorlog, pest en diverse plagen om de Naam van de HEERE aan te roepen en te vragen om vergeving, zowel voor de priesters alsook voor het volk. Ik citeer van 2 Kronieken 6 de verzen 24 tot en met vers 31 (SV): ‘Wanneer ook Uw volk Israël voor het aangezicht des vijands zal geslagen worden, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich bekeren en Uw Naam belijden en voor Uw aangezicht in dit huis bidden en smeken zullen,25 Hoor Gij dan uit den hemel en vergeef de zonden van Uw volk Israël, en breng hen weder in het land dat Gij hun en hun vaderen gegeven hebt.26 Als de hemel zal gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zij in deze plaats bidden en Uw Naam belijden en van hun zonde zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd zult hebben,27 Hoor Gij dan in den hemel en vergeef de zonde Uwer knechten en van Uw volk Israël, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg, in denwelken zij wandelen zullen, en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.28 Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren of honingdauw, sprinkhanen en kevers wezen zullen, als iemand van zijn vijanden in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plaag of enige krankheid wezen zal;29 Alle gebed, alle smeking, die van enig mens of van al Uw volk Israël geschieden zal, als zij erkennen eenieder zijn plaag en zijn smart, en eenieder zijn handen in dit huis uitbreiden zal,30 Hoor Gij dan uit den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van de kinderen der mensen;31 Opdat zij U vrezen, om te wandelen in Uw wegen, al de dagen die zij leven zullen op het land dat Gij onzen vaderen gegeven hebt.’

Als ik vervolgens de teksten uit 2 Kronieken 20 vers 7 tot en met vers 9 citeer, staat er het volgende over het gebed van Josafat geschreven: 7 ‘Hebt Gij niet, onze God, de inwoners dezes lands van voor het aangezicht van Uw volk Israël verdreven, en dat aan het zaad van Abraham, Uw liefhebber, tot in eeuwigheid gegeven? 8 Zij nu hebben daarin gewoond, en zij hebben U daarin een heiligdom gebouwd voor Uw Naam, zeggende: 9 Indien over ons enig kwaad komt, het zwaard des oordeels of pestilentie of honger, wij zullen voor dit huis en voor Uw aangezicht staan, dewijl Uw Naam in dit huis is; en wij zullen uit onze benauwdheid tot U roepen, en Gij zult verhoren en verlossen.’
Ik laat vervolgens nogmaals de vraag horen die ik in het begin van mijn artikel liet klinken: Wat doen we met bovengenoemde Schriftgedeelten, wanneer wij in deze coronatijd als kerken overgaan in digitale bijeenkomsten?

De vraag in het verlengde hiervan luidt: Wanneer we als gezonde mensen uit angst voor coronabesmetting uit de kerk wegblijven wat doen we dan met het gebed van Salomo in 2 Kronieken 6 vers 12 tot 42 en met het gebed van Josafat in 2 Kronieken 20 vers 7 tot en met 9?

Ds. K.H. Bogerd Wouterswoude
 
terug